Wiegendood voorkomen
Soms overlijden kinderen tussen de 0 en 2 jaar onverwacht in hun slaap, terwijl ze verder gezond leken. Dat heet wiegendood, ook wel 'Sudden Unexpected Death in Infancy' (SUDI) genoemd. Gemiddeld gebeurt dit in Nederland nog altijd 25 keer per jaar, dat zijn 2 baby's per maand. Dat zijn er elke maand 2 te veel. Wanneer is het risico op wiegendood het grootst? En wat kun je doen om wiegendood te voorkomen?
Over de oorzaken van wiegendood is nog veel onduidelijk. Dankzij onderzoek weten we wel wanneer het risico op wiegendood het grootst is. Er zijn risico’s die je niet kunt voorkomen. Denk aan het geslacht (wiegendood komt vaker voor onder jongens), een vroeggeboorte, een laag geboortegewicht, meerlingen of een jonge moeder. Maar er zijn ook risico’s die je wel kunt voorkomen:
1. Laat een baby nooit op de buik slapen
Sinds oktober 1987 wordt het in Nederland afgeraden om je baby op de buik te laten slapen. Er zijn sinds die tijd veel minder gevallen van wiegendood. Waarom wordt op de buik slapen afgeraden? Er kunnen 4 dingen gebeuren:
- Als een baby op de buik ligt, kunnen de neus en mond tegen het matras aan komen te liggen. Daardoor bestaat de kans dat een baby uitgeademde lucht voor een deel weer inademt (rebreathing). Zo krijgt een baby te weinig zuurstof binnen.
- Wanneer een baby op de buik ligt, wordt de druk op de neus en de onderkaak groter. Dit komt doordat de baby met het gezichtje tegen het matras of de zijkant van het bed aan ligt. De neus vervormt, waardoor er minder lucht door de neusgaten kan en er ademnood kan optreden.
- Op de buik kan een kind zich makkelijker met de benen of armen afzetten en verplaatsen. Jonge baby’s verplaatsen zich vooral naar het hoofdeinde van het bed, waar hoofdbeschermers of andere kussenachtige materialen een gevaar vormen. Iets oudere baby’s bewegen zich naar het voeteneinde, waardoor ze onder het beddengoed terecht kunnen komen.
- Als een kind op de buik ligt, kan het minder makkelijk zijn warmte kwijt. Een baby kan het zo dus te warm krijgen.
Je kunt je baby vanaf de geboorte het beste op de rug laten slapen. Ook op de zij raden wij af, want je kind rolt al na een paar weken makkelijk van de zij naar de buik.
2. Te warm
Door slechte ventilatie in de kinderkamer en te veel lagen beddengoed krijgt een kind het te warm. Dit noemen we oververhitting of
3. Onveilig beddengoed
Bij onveilig beddengoed voor baby’s kun je denken aan beddengoed dat te warm is, zoals een dekbed. Andere voorbeelden zijn kussenachtige producten, zoals hoofdbeschermers of bednestjes. Je baby kan hier tegenaan komen te liggen met het gezichtje. Als dat gebeurt, kan je baby niet goed ademen. Dit geldt ook voor te zachte matrassen.
4. Samen slapen
Natuurlijk wil je je baby lekker dichtbij je houden, vooral de eerste tijd. Maar de veiligste slaapplek voor je kind is het eigen wiegje of bedje, niet het bed van de ouders. Zet de wieg het eerste half jaar naast je eigen bed, of gebruik een co-sleeper. Zo slaapt je kind ook dichtbij en kan je het goed in de gaten houden.
Samen met je baby in één bed slapen, vergroot de kans op wiegendood, vooral in de eerste 4 maanden. Waarom?
- Je kind kan het te warm krijgen, door jouw warmte of dat van het warme dekbed.
- Je kind kan onder het dekbed terechtkomen, tussen matrassen bekneld raken, uit bed vallen of met het gezichtje tegen kussens aandrukken.
- Jij kan door vermoeidheid per ongeluk op je kindje rollen.
Dit risico wordt nog groter als je als ouder rookt, medicijnen gebruikt, hebt gedronken of erg vermoeid of gestrest bent.
5. Roken
Vooral als je zelf rookt tijdens en na de zwangerschap, vergroot de kans op wiegendood. Maar ook passief meeroken is gevaarlijk voor je baby. Je kind krijgt minder zuurstof binnen en groeit minder goed. Ook de werking van de longen kan verslechteren. Stop met roken tijdens en na de zwangerschap. Rook sowieso nooit in aanwezigheid van je kind. Let op: Een kind rookt ook mee als een rokende ouder borstvoeding geeft, of als een rokende ouder het kind bij zich in bed neemt.
6. Kalmerende medicijnen
Er zijn aanwijzingen dat kalmerende medicijnen een rol spelen bij wiegendood. Het gaat hier om medicijnen als promethazine, alimemazine en oxomemazine. Door de kalmerende stoffen kan een kind te diep slapen, wat nadelige gevolgen kan hebben voor de ademhaling.
Moeders die borstvoeding geven, moeten deze medicijnen ook vermijden. Ons advies is om dit te bespreken met de huisarts, als je dit soort medicijnen gebruikt of wilt gebruiken.
Wiegendood voorkomen
Tot slot willen we twee onderwerpen noemen die de kans op wiegendood verkleinen:
Borstvoeding geven
Als je baby minstens 3 maanden borstvoeding krijgt, is de kans op wiegendood kleiner. Dit blijkt uit onderzoek. Waarom dat zo is, weten we eigenlijk nog niet. Het kan te maken hebben met:
- De aanwezigheid van antilichamen in de moedermelk.
- Door de zuigmethode bij borstvoeding worden de spieren van de mond en kaak sterker dan bij flesvoeding.
- Tijdens borstvoeding moeten baby’s hun nekspieren meer gebruiken, waardoor ze mogelijk het hoofd sneller kunnen draaien als ze zich omdraaien naar hun buik.
- Door borstvoeding worden baby’s eerder wakker.
Fopspeen gebruiken
Er zijn sterke aanwijzingen dat het gebruik van een fopspeen het risico op wiegendood vermindert. Dit zou te maken kunnen hebben met:
- Een kind met fopspeen ligt minder snel met neus en mond op het matras. Het kind leert sneller het hoofdje opzij te draaien, omdat de speen anders in het gezicht drukt.
- Het zuigen stimuleert de spierontwikkeling in mond en kaak. De tong komt hierdoor meer naar voren te staan. Dit houdt de luchtwegen vrij.
- Met een fopspeen ademt een kind door de neus. Het zal daardoor minder snel onder het beddengoed raken, omdat het de neus wil vrijhouden.
- Kinderen met een fopspeen draaien minder in bed.
Geef je je kind borstvoeding? Dan kun je beter nog even wachten met een fopspeen totdat de borstvoeding goed op gang is gekomen. Anders loop je de kans dat je kind niet meer weet hoe het aan de borst moet drinken. Dit wordt ook wel tepel-speenverwarring genoemd. Bouw het gebruik van een fopspeen af als je kind 10 maanden oud is.