Hoe vervoer je je kindje veilig in de auto?

Een goede vraag, want in de praktijk zie ik vaak dat ouders te snel overstappen. Omdat ze hun kind al zo groot vinden, of omdat een klein broertje of zusje de babyautostoel nodig heeft en ouders dan alvast een peuterautostoel voor de grote broer of zus kopen. Het is belangrijk dat je kind een autostoel heeft die past bij zijn lengte en/of gewicht. Stap dus niet te snel over naar het volgende autostoeltje. Een te grote autostoel geeft minder goede bescherming.

Van baby- naar peuterautostoel

Komt het hoofdje van je baby boven de rand uit? Stap dan over op de peuterautostoel. Het is niet erg als de beentjes over de rand heen steken. Bij de nieuwste babyautostoelen is je kindje minimaal 15 maanden als je overstapt. 

Van peuter- naar kinderautostoel 

Staan de riempjes in de hoogste stand, maar komen ze alsnog achter de schouders van je kind vandaan? Stap dan over op de kinderautostoel. 

Van kinderautostoel naar autogordel 

Als je kind langer is dan 135 cm, dan mag je de autogordel gebruiken. Let er dan wel op of de gordel goed over de heupen en de schouder van je kind loopt. Loopt de gordel nog in de hals van je kind? Blijf dan de kinderautostoel gebruiken. Of gebruik alleen de zitverhoger. 

Kinderen zitten natuurlijk veel veiliger in de auto in een autostoeltje. Gebruik dus zoveel mogelijk een passende autostoel. Maar ik snap dat dat in de praktijk niet altijd kan. Er is een uitzondering in de wet, voor als je af en toe andere kinderen vervoert in je auto. 

Neem je af en toe (incidenteel) kinderen in je auto mee? Bijvoorbeeld bij een uitje? Dan mag je kinderen ouder dan 3 jaar zonder autostoeltje meenemen. Daarbij geldt: 

• Het gaat echt om incidenteel vervoer. Elke week naar de zwemles brengen valt daar niet onder. 
• Kinderen zonder autostoeltje moeten op de achterbank zitten in de gordels. Ze mogen dus niet voorin op de bijrijdersstoel. 
• Je eigen kind moet wel in een autostoel zitten. 
• Is een kind jonger dan 3 jaar? Dan moet je wel voor een autostoeltje zorgen. 
• Heb je autostoeltjes in je auto? Dan moet je die ook gebruiken. 

Ook hier geldt dat kinderen veel veiliger in de auto zitten in een autostoeltje. Gebruik dus zoveel mogelijk een passende autostoel als het kan. Maar ook hiervoor is een uitzondering in de wet gemaakt als anderen je kind vervoeren in de auto. 

Als je kind elke maand een uitje heeft vanuit de kinderopvang, of je kind wordt elke week naar de BSO gereden, dan moet je kind altijd in een autostoel zitten. De bestuurder van de auto is verantwoordelijk voor het regelen van een passende autostoel voor je kind. Je kunt natuurlijk ook je eigen autostoel meegeven. 

Rijdt je kind af en toe (incidenteel) met iemand anders mee? Dan hoeft je kind wettelijk niet in een autostoeltje te zitten, als je kind ouder is dan 3 jaar. Daarbij geldt: 

• Het gaat echt om incidenteel vervoer. Elke week naar de BSO brengen valt daar niet onder. 
• Kinderen ouder dan 3 jaar zonder autostoeltje moeten op de achterbank zitten in de gordels. Ze mogen dus niet voorin op de bijrijdersstoel. 
• Is je kind jonger dan 3 jaar? Dan moet de bestuurder altijd voor een autostoeltje zorgen. 
• Zitten er autostoeltjes in de auto? Dan moet de bestuurder die ook gebruiken. 

Wist je dat er ook een uitzondering is als je met je kind een taxi wilt nemen? Lees welke uitzonderingen daarvoor gelden. 

In Nederland mag je van de wet je kind voorin op de bijrijdersstoel meenemen. In sommige andere Europese landen is dat verboden. Wij adviseren om in Nederland ook zoveel mogelijk je kind op de achterbank te vervoeren. Dat is de veiligste plek.

Wil je je kind toch voorin vervoeren? Schakel dan altijd de airbag uit. Dit is verplicht als je baby of peuter achteruit zit. Je kind zit dan namelijk met het hoofd vlak de plek waar de airbag uitkomt. 

Rijdt je kind met het gezicht naar voren? Dan hoeft de airbag niet verplicht uit, maar wij adviseren om dat wel te doen. Kun je de airbag niet uitzetten? Schuif dan de bijrijdersstoel zo ver mogelijk naar achteren. Dit geldt voor de peuter- én kinderautostoelen.

Vaak hoor je de term zitverhoger. Dit is eigenlijk een kinderautostoel zonder rugleuning. Gebruik het liefst een kinderautostoel mét rugleuning. Dat is veiliger, omdat je kind dan ook beschermd is bij een botsing vanaf de zijkant. Er komen steeds meer kinderautostoelen op de markt met een rugleuning.

Op dit moment zijn er nog veel oude kinderautostoelen zonder rugleuning op de markt (R44). De meeste van deze zitverhogers zijn voor kinderen vanaf 15 kilo. Kies je toch voor een zitverhoger? Gebruik die dan pas als je kind zwaarder is dan 22 kilo en groter dan 125 cm.

Lees hier meer over het gebruik van een kinderautostoel.

Ja. De gordel in het zitje moet strak aangetrokken zijn (maximaal 1 vinger ruimte). Een dikke jas wordt bij een botsing totaal platgedrukt en dan zit de gordel ineens veel te ruim! Is het koud, leg dan een dekentje over je kind, nadat je de riem hebt strakgetrokken.

Ja. Het algemene advies is om je kind zo lang mogelijk achteruit te vervoeren, dus tot 4 jaar. Je kind is dan het beste beschermd bij een botsing. In de praktijk merken we dat dat niet altijd lukt. Bijvoorbeeld omdat de autostoel achteruit niet in de auto past. 

Bij het achteruit vervoeren moet je je aan deze regels houden: 

• Bij de nieuwste autostoelen (R129/i-Size) moet je je kind tot minstens 15 maanden achteruit vervoeren. 
• Heb je nog een oudere autostoel (R44)? Dan moet je je kind tot minstens 9 kg achteruit vervoeren. Probeer dit zo lang mogelijk te blijven doen. Dus liefst tot 13 kilo. 

Koop alleen een tweedehands autostoeltje als je zeker weet dat het geen aanrijding heeft meegemaakt. En dat het niet beschadigd is. Heb je zelf een botsing gehad met de auto? Koop dan een nieuwe autostoel! Het stoeltje kan namelijk beschadigd zijn zonder dat je dit aan de buitenkant ziet.

Met Isofix zet je een autostoeltje makkelijk vast in de auto, zonder de autogordel. Als je auto Isofix heeft, dan zitten er tussen de rugleuning en de zitting twee Isofix-bevestigingspunten. Daar klik je de haken van jouw Isofix-autostoel of onderstel in.

i-Size is een nieuw systeem. Bij een R44-autostoeltje is het niet altijd duidelijk of het in je auto past. Dat moet je opzoeken in de handleiding. Met een R129-stoeltje is het makkelijker. Zie je i-Size staan? Dan weet je zeker dat het autostoeltje altijd past in je auto als deze ook een zitplaats heeft met het label i-Size.

Lees hier meer over het vastzetten van de autostoel met Isofix. Op de pagina over regelgeving lees je meer over i-Size.