Help je kind bij het oefenen met vallen

Praktische tips

Het veranderen van je reflexen als je valt, is niet makkelijk. Daarvoor moet je oefenen, oefenen en nog meer oefenen. De simpele en leuke oefeningen van Val OK! helpen je hierbij. Het is belangrijk dat je kind de oefeningen veilig en goed doet. Je kunt je kind daar heel goed bij helpen. Hoe? Dat lees je in dit artikel.

Oefen stapje voor stapje

Begin bij het begin. Oefen niet met alle vormen tegelijk. Kies één valrichting uit (voorover, achterover of opzij) en doe alle oefeningen die daarbij horen. Daarna ga je naar de volgende.

  • Begin met voorover vallen. Dat is makkelijk, want je ziet waar je heen gaat.
  • Daarna oefen je met een val opzij.
  • Als laatste probeer je een val achterover. Daarbij zie je niet waar je heen gaat. Daarom vinden kinderen dit vaak het spannendst. Maar na het oefenen van de andere valrichtingen wordt dit heel makkelijk!

Kijk goed naar je kind

Je kunt de moeilijkheid van de oefening zelf bepalen. Je kunt het makkelijker of moeilijker maken door iets te veranderen in:

  • de hoogte: liggend, zittend, gehurkt of staand
  • de snelheid: de oefening eerst heel langzaam doen, zelf steeds iets sneller gaan, iemand anders de snelheid laten bepalen
  • voorspelbaarheid: laat je kind tijdens de oefeningen de ogen dicht doen. Of bepaal zelf wanneer je je kind loslaat.

Maak het pas moeilijker als je kind het minstens 5 keer achter elkaar goed doet.

Kijk daarbij goed naar je kind. Wat lukt wel, en wat is nog te spannend? Laat het zelfvertrouwen groeien en laat je kind voelen dat vallen niet eng is. Vind het juiste evenwicht tussen:

  • je kind genoeg uitdaging geven om grenzen op te zoeken
  • te veel uitdaging geven, waardoor je kind het spel eng vindt.

Zo houd je het oefenen veilig

  • Zorg voor een zachte ondergrond. Een matje, een zacht tapijt, gras of een matras. Bij elk spelletje staat welk materiaal je nodig hebt.
  • Zorg dat ruimte rond de plek waar je oefent, leeg is. Doe de oefening bijvoorbeeld niet te dicht bij een tafel, stoel of bank. En ook niet tussen het speelgoed. Als je kind tijdens het spel ‘uit de bocht vliegt’, dan doet je kind zich daaraan niet pijn.

Onze expert op dit onderwerp

Welkom bij VeiligheidNL!

Wij maken gebruik van cookies om de website optimaal te laten werken op basis van jouw voorkeuren. Daarnaast analyseren en verbeteren wij continu. Lees meer over ons cookie- en privacybeleid.