Ga door naar hoofdinhoud
Margot

‘Er volgde een hele harde klap’

Het verhaal van Margot en haar zoontje Finn

‘Als iemand op de snelweg dicht achter me rijdt, dan gaat mijn hart sneller kloppen. Dan geef ik hem of haar vaak een ‘ruitenwisserdouche’ met mijn sproeier. Want ik weet hoe gevaarlijk het is om dicht achter iemand te rijden.’ Margot Wit (37) is moeder van Finn (4 jaar) en hoofdredacteur van Meer voor Mama’s, een online platform voor jonge moeders. Zelf maakte ze met haar zoontje een auto-ongeluk mee. Ze vertelt hoe belangrijk het is om je kind veilig te vervoeren.

Een hele harde klap 

Een jaar geleden reed Margot samen met haar zoontje Finn op de snelweg toen ze voor zich een file zag ontstaan. ‘Ik remde af, maar de auto die achter me reed had mij blijkbaar niet zien remmen. Er volgde een hele harde klap. Met mijn hoofd knalde ik tegen de hoofdsteun aan. Meteen keek ik hoe het met Finn ging. Dat vroeg ik hem ook, en hij zei alleen maar: ‘Mijn hoofd!’ Hij huilde meteen heel hard, en hoe raar dat ook klinkt: toen wist ik dat hij oké was.’

Het goede autostoeltje 

‘Er kwam een ambulance, en daarin werden we onderzocht. Gelukkig waren we niet gewond. Mijn auto leek op het eerste gezicht bijna geen schade te hebben. De andere auto was total loss. De ambulancebroeder gaf me een compliment over de keuze en het gebruik van ons betrouwbare autostoeltje. Anders was het ongeluk voor Finn misschien heel anders afgelopen, zei hij. Nu hadden we een paar dagen flinke spierpijn, meer niet.’ 

Aandacht erbij

‘Voor Finn is autorijden daarna nooit vervelend geweest. Als hij de ‘troostbeer’ ziet die we kregen van de ambulancebroeder, zegt hij weleens: ‘Die is van het ongeluk. Dat was niet leuk hè?’. Voor mij was het veel moeilijker, en ik was al zo bezig met veiligheid. Als ik mensen zie die de gordels van het stoeltje los laten bungelen, moet ik me echt inhouden om er iets van te zeggen.

En toch komt er blijkbaar een moment waarop je het vergeet. Een tijd later zag ik ineens, terwijl we met de auto aan het rijden waren, dat Finn niet meer goed in het stoeltje paste. De hoofdsteun zat te laag, zodat ook de gordels niet meer goed om zijn schouders vielen. Ik kon mezelf wel voor mijn hoofd slaan! Waarom had ik, júist ik, dat niet gezien? Als ik zo had rondgereden tijdens het ongeluk van een jaar geleden, dan was Finn met zijn hoofd op de rand van het autostoeltje geklapt. Ik zet hem zó vaak in de auto, blijkbaar was mijn aandacht verslapt.

In mijn directe omgeving merk ik dat veiligheid in de auto niet echt een onderwerp van gesprek is. Je vraagt niet zo snel aan een ander: zit jouw kind veilig in de auto? Of: hoe zitten de gordels bij jou? Laatst zei ik tegen een vriendin dat ik op YouTube een filmpje had gezien, waarin je precies ziet wat de gevolgen zijn van een simpele botsing voor een kind op de achterbank. Ze gilde meteen: Hou maar op! Maar dat snap ik niet, want zo’n filmpje opent je ogen. Blijkbaar hebben we dat nodig.’

De tip van Margot

‘Laat je, voordat je een autostoeltje koopt, door een betrouwbare verkoper in een goede winkel informeren. Niet alleen over de juiste stoel, maar ook over het gebruik ervan. Als je eenmaal een stoeltje hebt, let dan goed op of je kindje groeit en hoe hard. En trek die gordels goed aan, dat kan ik niet vaak genoeg zeggen!’